Faalangst. De meeste leerlingen op de middelbare school kennen het wel: klamme handjes, een bonzend hart, en buikpijn van de spanning. Nerveus zijn voor een belangrijke toets overkomt iedereen wel eens. Vaak is dit een gezonde spanning die ervoor zorgt dat je geconcentreerd blijft om goed te presteren. Maar wat nou als je zo veel spanning voelt dat de zenuwen de overhand nemen en je de meest simpele vragen niet meer kan beantwoorden? In dat geval spreken we van faalangst. 

Gemiddeld hebben 1 op de 10 kinderen op de middelbare school last van faalangst. Rond de eindexamens lijkt dit percentage nog een stuk hoger te liggen. De lijn tussen gezonde eindexamenstress en ongezonde angst om het examen niet te halen is namelijk vrij dun. 

Als jouw kind ook last heeft van faalangst, is er geen reden tot paniek. Er is inmiddels al heel bekend over hoe kinderen hier het beste mee om kunnen gaan en hoe jij als ouder een steentje bij kan dragen aan het verminderen van deze angst. In dit artikel lichten we er graag een paar uit die wij ook voor onze lessen gebruiken. 

 

De oorzaak van faalangst

Het ene kind is gevoeliger voor het ontwikkelen van faalangst dan het andere kind, maar ervaringen spelen zeker een rol bij deze ontwikkeling. Faalangst ontstaat namelijk niet van de één op de andere dag. Het is vaak het gevolg van een langdurige angst om niet aan de verwachtingen van anderen of van jezelf te kunnen voldoen. Het kan zijn dat de druk om te presteren te groot is en dat leerlingen worden afgerekend op lage cijfers en fouten. In ieder geval ligt er bij faalangst vaak een negatief zelfbeeld ten grondslag waarin gedachten zoals “Ik kan dit niet” of “Het gaat toch niet lukken” naar voren komen. 

 

Het effect van faalangst op schoolprestaties 

Faalangst kan in verschillende situaties optreden bij leerlingen. Denk aan proefwerken, een spreekbeurt of tijdens de gymles. Een kind is dan niet meer in staat om goed en helder na te denken wat leidt tot een ‘black-out’ waarin dingen vergeten worden die ze normaal wel weten. 

Op een gegeven moment kan deze angst een vicieuze cirkel worden. Een leerling heeft faalangst waardoor hij slecht presteert, wat vervolgens weer leidt tot meer faalangst en meer slechte prestaties. Zolang deze negatieve spiraal niet doorbroken wordt is het ontzettend lastig voor de leerling om goede schoolprestaties te halen, wat voor stress en minder motivatie zorgt. Soms kan de spanning zelfs zo erg worden dat leerlingen misselijk worden bij een toets of presentatie.

​​Naast faalangst tijdens kritieke momenten zoals presentaties en proefwerken is er ook een vorm van faalangst waarbij leerlingen niet eens ergens aan beginnen, omdat ze bij voorbaat al niet geloven dat ze het kunnen. Zolang ze er niet aan beginnen kunnen ze er ook niet op worden beoordeeld. Uitstelgedrag kan dus ook voortkomen uit faalangst en is iets wat heel veel wordt meegenomen na de middelbare schooltijd.

 

Wat kun je als ouder doen om je kind te helpen?

Faalangst gaat niet vanzelf over, maar er zijn een aantal dingen die kunnen helpen om er mee om te gaan of het te verminderen:

 

1. Erkenning

Ten eerste is het als ouder belangrijk om de faalangst te erkennen. Kinderen schamen zich vaak dus laat als ouder merken dat het bespreekbaar is en dat je ze wilt helpen. Probeer thuis een veilige omgeving te bieden waar je kind aan zo min mogelijk verwachtingen hoeft te voldoen. 

2. Vier overwinningen

Juist voor een kind met faalangst is het ontzettend knap als toch dat proefwerk gehaald wordt, of die presentatie zo goed ging. Dit mag gevierd worden! Overwinningen vieren en successen tellen, hoe klein dan ook, geeft kracht en zelfvertrouwen.

3. Focus op het proces in plaats van het resultaat 

Het maakt een groot verschil om de inspanning van je kind te waarderen in plaats van het resultaat. Dus maak bijvoorbeeld van “Wat goed dat je een 8 hebt gehaald!”  “Wat goed dat je zo je best hebt gedaan!”. 

4. Stimuleer het maken van fouten

Hoe gek het ook klinkt, fouten maken is iets positiefs. Fouten maken is namelijk onlosmakelijk verbonden met het leerproces. Je leert vaak meer van de fouten die je maakt dan van dingen die goed gaan. 

De manier waarop jouw kind denkt, is dus bepalend voor hoe het omgaat met falen. Als je kind het niet gewend is om te falen, is er is een grote kans dat je kind uitdagingen uit de weg zal gaan om het te voorkomen. 

 

Door je kind ruimte te geven om fouten te maken, creëer je de kans om hem of haar van fouten te laten leren en zelfvertrouwen op te bouwen. 

 

We hebben het dikgedrukt omdat dit zo’n belangrijk punt is om over faalangst heen te komen. Kinderen moeten comfortabel worden met hetgeen waar ze nu zo angstig voor zijn, en dat lukt alleen door ze hier vaker aan bloot te stellen. 

 

5. Stel reële doelen

Als je merkt dat je kind irreële doelen voor zichzelf stelt, begeleid hem dan in het stellen van reële doelen. Verander bijvoorbeeld het doel van een 9 halen voor wiskunde, in een voldoende halen. 

Dit zijn een paar tips die je zelf kan proberen. Natuurlijk is het daarnaast belangrijk om de leerkracht op de hoogte te brengen van de faalangst van jouw kind, zodat er op school ook de nodige hulp geboden kan worden. 

Als laatste willen we nog het volgende meegeven: Leer je kind dat het belangrijker is om hun eigen pad te vinden, dan om zich continue druk te maken over dingen die hen toch niet liggen. Voldoendes halen is belangrijk, maar je passie vinden en daar de meeste uren in besteden is veel belangrijker dan een tien halen voor Latijn terwijl je geen dokter wil worden maar badmeester.

P.S: Een goede voorbereiding is natuurlijk ook het halve werk! Wil je weten hoe jouw kind met meer vertrouwen richting de toetsen kan gaan? Plan dan een gratis adviesgesprek in. Baat het niet, schaadt het niet!

P.P.S: Op de hoogte blijven van schooltips voor ouder? Bekijk onze Facebook eens.